Bij het ontslag van een werknemer zijn soms meer personen of organisaties betrokken dan enkel de betreffende werknemer en werkgever. Zo moet een werkgever bij een regulier ontslag toestemming hiervoor aanvragen bij het UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen). Ook een werknemer moet soms contact opnemen met het UWV, namelijk wanneer hij of zij na het ontslag een WW-uitkering wil ontvangen. Een ontslag met wederzijds goedvinden is echter een bijzonder geval. Bij een dergelijk ontslag stellen de werknemer en werkgever samen een vaststellingsovereenkomst op waarin het ontslag wordt afgehandeld. Beide partijen kunnen zich dan dus in het beëindigen van het arbeidscontract vinden, wat dit een bijzonder soort ontslag maakt. Welke rol heeft het UWV in dit geval?
Toestemming van UWV voor ontslag
Een werkgever kan niet zomaar elke werknemer om elke reden ontslaan. Om werknemers te beschermen tegen een onredelijk ontslag, moet een werkgever soms toestemming voor een ontslag aanvragen bij het UWV. Hiertoe dient de werkgever een ontslagaanvraag in bij het UWV die deze aanvraag doorgaans binnen vier weken beoordeelt. Het UWV kan de werkgever dan een ontslagvergunning geven. Hiertoe zal het UWV besluiten wanneer er bedrijfseconomische redenen voor een ontslag zijn of in geval van langdurige arbeidsongeschiktheid.
In geval van ontslag met wederzijds goedvinden
Wanneer werkgever en werknemer een vaststellingsovereenkomst ondertekenen, is de situatie echter anders. In dit geval is immers niet alleen de werkgever maar ook de werknemer voorstander van het ontslag, zodat het aanvragen van een ontslagvergunning bij het UWV niet is vereist. Het ontslag kan dan dus zonder toestemming van het UWV plaatsvinden.
WW-uitkering aanvragen bij het UWV
Een WW-uitkering is een bepaald bedrag dat werkzoekenden voor een bepaalde duur kunnen ontvangen. Deze uitkering dient bij het UWV aangevraagd te worden. Het UWV controleert dan of iemand daadwerkelijk recht heeft op een WW-uitkering. Hiervoor wordt onder andere gekeken naar het arbeidsverleden van een werkzoekende, maar ook naar de reden van zijn of haar laatste arbeidsbeëindiging. Zo ontvangt bijvoorbeeld iemand die zelf ontslag heeft genomen geen WW-uitkering.
Bij een vaststellingsovereenkomst
Tot 2006 gold bovendien dat een (ex-)werknemer zijn recht op een WW-uitkering verliest wanneer hij of zij niet protesteert tegen zijn of haar ontslag. Vanaf 2006 is deze regel echter versoepeld. Concreet, houdt dit in dat ook een werknemer die géén protest tegen zijn of haar ontslag heeft aangetekend recht kan hebben op een WW-uitkering. Het tekenen van een vaststellingsovereenkomst staat het in de toekomst ontvangen van een WW-uitkering dus niet in de weg. Wél is nog steeds vereist dat het ontslag op initiatief van de werkgever heeft plaatsgevonden. Een werknemer die dus zelf opstapt bij zijn werkgever heeft ook na 2006 geen recht op een WW-uitkering.